Wet inkomstenbelasting 2001 art. 3.59 ( tekst 2015)
3.59 Doorschuiving of staking door ontbinding huwelijksgemeenschap
Staking door huwelijksontbinding 1 Bij ontbinding van een huwelijksgemeenschap waartoe het vermogen van een onderneming behoort, anders dan door het overlijden van de belastingplichtige, wordt, behoudens voor de toepassing van de desinvesteringsbijtelling, het aandeel in dat vermogen dat op het onmiddellijk daaraan voorafgaande tijdstip krachtens huwelijksvermogensrecht toekomt aan de echtgenoot van de belastingplichtige, geacht op dat tijdstip aan hem aan wie het krachtens erfrecht of huwelijksvermogensrecht toekomt, te zijn overgedragen tegen de waarde die daaraan in het economische verkeer kan worden toegekend.
Doorschuifregeling bij huwelijksontbinding 2 Het eerste lid is niet van toepassing op de bestanddelen van het vermogen van de onderneming waarmee degene aan wie die bestanddelen krachtens erfrecht of huwelijksvermogensrecht toekomen, de onderneming rechtstreeks voortzet of mede voortzet. In dat geval wordt degene die de onderneming rechtstreeks voortzet of mede voortzet voor zijn gedeelte, voor het bepalen van de winst geacht in de plaats te zijn getreden van degene van wie de onderneming rechtstreeks wordt voortgezet.
Oudedagsreserve 3 Het tweede lid is van overeenkomstige toepassing op de oudedagsreserve voorzover deze overgaat naar de langstlevende echtgenoot of gewezen echtgenoot en niet uitgaat boven het ondernemingsvermogen – in de zin van artikel 3.71 – waarmee deze de onderneming voortzet of mede voortzet.